AMERSFOORT | De Amersfoortse VOP-doelman Joeri Epskamp (33) komt morgen – ijs en wederdienende – uit in de streekderby tegen zijn oude club Veensche Boys. In de met 8-0 verloren uitwedstrijd begin dit seizoen was Epskamp nog een boze wissel én een ‘dienstweigeraar’. “Met opstappen had ik vooral mezelf gehad.”
Kijk je uit naar de thuiswedstrijd tegen Veensche Boys?
Epskamp: “Ja, enorm. Ik heb in totaal meer dan zes jaar in het eerste van Veensche Boys gekeept, ik heb er veel vrienden en ik train er nu nog steeds de doelmannen bij de jeugd. Ik heb een hele speciale band met de club. Maar nu keep ik voor VOP en ik wil dolgraag van Veensche Boys winnen. Pff, sommige jongens als Robin van den Brom en Paul Prins zitten me namelijk al de hele week te treiteren en te dollen. (lachend) Dat vraagt om drastische maatregelen…”
Jullie verliezen ditmaal niet met 8-0?
“Zeker niet. Sinds dat pak slaag zijn we als team verder naar elkaar gegroeid en we hebben bovendien de nodige punten bij elkaar gesprokkeld. We misten in het begin van het seizoen nog Marvin Snijders (de naar Eemdijk vertrokken spits, red.), maar we zijn sindsdien een heel compact spelletje gaan spelen en we knokken elke wedstrijd echt keihard voor de punten. Lijfsbehoud staat voorop. We leggen ons dus ook tegen een topper als Veensche Boys niet bij voorbaat neer bij een nederlaag. Ik denk dat we zelfs voor een stunt zorgen. Waarom niet?”
In de vorige ontmoeting met Veensche Boys weigerde je nog als reserve op de bank plaats te nemen en sinds de winsterstop sta je in de basis. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
“In het begin van het seizoen was ik echt teleurgesteld dat de trainer (Wim de Haas, red.) niet voor mij als nieuweling, maar voor Dennis Spoel koos. Daarom had ik ook geen zin om tegen Veensche Boys op de bank te gaan zitten. Die vernedering wilde ik niet meemaken. Ik heb op dat moment zelfs overwogen om meteen op te stappen, iets dat ik in het verleden ook zeker had gedaan, maar daar had ik vooral mezelf mee gehad. Dan was het immers einde seizoen voor mij geweest. En tja, ik ben en blijf een voetbaldier, h&eagrave;? Ik heb er dus voor gekozen om verder rustig te blijven en gewoon lekker in tweede te gaan ballen. Dat ging goed en dat is gelukkig ook opgevallen bij de technische leiding. Deze terugkeer bij het eerste zie ik dus vooral als een overwinning op mezelf.”
Blijft VOP als promovendus in de tweede klasse?
“Ja, natuurlijk. We staan nu één punt boven de rode streep en we moeten dus minimaal deze plek proberen te behouden. Dat moet zeker kunnen gezien het spelersmateriaal. We hebben bovendien een ploeg die echt voor elkaar door het vuur gaat, een vriendenploeg. We zijn ook compleet en fit. Dat soort zaken gaat zeker meetellen in de tweede seizoenshelft. Veensche Boys is dus echt niet klaar met ons hoor. Als ze een makkie verwachten…”